zondag 25 december 2011

IERSE KERSTWENS.

 

Niet dat geen enkele smart over jou mag komen,
Niet dat je toekomstig leven een pad van rozen zij,
Niet dat je nooit een traan van spijt zou vergieten,
Niet dat je nooit een steek van pijn zou voelen.
Neen, dat alles wens ik je niet…

Want tranen zuiveren het hart,
Smart adelt het gemoed,
Pijn en nood brengen ons dichter
Bij de liefdevolle moeder van
Het kind van Bethlehem
En verzekeren ons de troost van haar glimlach.

Mijn wens voor jou is
Dat je voor altijd in je hart
De gouden herinnering bewaren mag
Aan elke gelukkige dag die je hebt gekend.
Dat je dapper mag zijn in het uur van beproeving
Wanneer het kruis je op de schouders wordt gelegd,
Wanneer de berg die je moet beklimmen heel hoog schijnt
En de lichtkrans van hoop zeer ver.

Dat de gave die God je schonk
Mag groeien met de jaren en de harten
van hen die je liefhebt met hun kleur vervult.
Dat je ieder uur een vriend mag hebben,
Die je vriendschap waard is,
Die je vertrouwd de hand reiken kunt,
Wanneer de stormen losbreken
En met wie je de stortvloeden kunt doorwaden
En de zonoverstraalde hoogten kunt bereiken.

En dat in ieder uur van vreugde of leed,
De vredebrengende glimlach
Van het Kerstkind met jou mag zijn
En dat je dicht bij God mag blijven.
Dat wens ik U.


zaterdag 10 december 2011

Sprokkels

Dit is het voornaamste wat ik al reizend heb geleerd. Wij kunnen elkaar niet begrijpen met de geest, maar enkel met het hart. In diepste wezen blijft elke mens voor de medemens een geheim. Eerder zal zout tot honing worden voor een mens een mens begrijpt, laat staan een volk een volk. Elke vadem is een eeuw en elke eeuw bracht gezamenlijk belevenissen die anders waren dan de onze. Je kunt in een vreemde taal de kinderliedjes leren zingen en de oorsprong der nationale feestdagen leren begrijpen. Maar juist in dat leren ligt het verschil tussen de vreemdeling die je bent en de inboorling die je niet kunt worden.

A. DEN DOOLAARD, Het leven van een landloper