woensdag 24 december 2008

Citaten van Tagore

In uiterste wanhoop zoek ik haar in alle hoeken van mijn kamer;
ik vind haar niet.
Mijn huis is klein en wat er eenmaal is weggegaan,
is voorgoed weg.
Maar oneindig is uw woonhuis, Heer,
en op zoek naar haar ben ik naar uw deur gekomen.
Ik sta onder het gouden gewelf van uw avondlijke hemel
en ik richt mijn verlangende ogen op uw gelaat.
Ik heb de grens bereikt van de eeuwigheid,
waaruit niets kan verdwijnen - geen hoop, geen geluk,
geen beeld van een gelaat, door tranen heen waargenomen.
0, doop mijn geledigd leven in die oceaan,
dompel het in de diepste volheid.
Laat mij nog een keer die zoete aanraking voelen
in de volheid van het heelal.

RABINDRANATH TAGORE (GITANJALI )

Citaten van Tagore

Laat mij niet bidden om gevrijwaard te worden voor gevaren
maar om ze zonder vrees tegemoet te treden.
Laat mij niet vragen dat mijn pijn verzacht wordt,
maar dat ik de moed zal hebben om haar te doorstaan.
Laat mij niet zoeken naar bondgenoten op het slagveld van het leven,
maar laat mij vertrouwen op mijn eigen kracht.
Laat mij niet in angstige vrees smeken om gered te worden,
maar hopen op het geduld en de rust om mijn vrijheid te win­nen.
Geef mij dat ik geen lafaard zal zijn, die alleen in voorspoed uw genade voelt;
maar laat me het houvast van uw hand voelen in mijn mislukkingen.

RABINDRANATH TAGORE

maandag 22 december 2008

Uit FAUST van Goethe

MEPHISTOPHELES:
Daaraan herken ik de geleerde piet!
Wat gij niet tast, ligt buiten uw gebied;
Wat gij niet grijpen kunt, kan niet bestaan;
Wat gij niet hebt becijferd is een waan;
Wat gij niet weegt, heeft voor u geen gewicht;
't Geld, dat ge zelf niet munt, is u te licht

Uit FAUST van Goethe

PROTEUS:
Laat ze maar zingen, laat ze pralen!
Der zonne heil’ge levensstralen
zijn dode werken slechts een spot.

Dat smelt en vormt maar onverdroten,
En hebben ze 't in brons gegoten,
Zo wanen ze 't een echte god.

Wat bleef er over van hun trots?
Geweldig rees hun beelden-heir. . . .
Een aardbeving stort ze terneer:
De smeltkroes was het eind huns lots.

't Leven op aarde, hoe 't ook zij,
Blijft altijd toch maar prutserij.

Uit FAUST van Goethe

FAUST:
Vindt ge op het perkament de heil’ge bronnen,
Waaruit een dronk uw dorst tevreden stelt?
Geen lafenis hebt gij gewonnen,
Zo zij u niet uit de eigen ziel opwelt.


FAUST:
Heil hem, in wien de hoop nog leeft
Uit deze zee van dwaling op te duiken!
Wat men niet weet is 't wat men nodig heeft,
't Gekende kan men niet gebruiken.

zondag 21 december 2008

EEN KLEIN THOMAS - EVANGELIE - 35

73
Eindeloze oogst
die zichzelve in ons oogst
en zichzelf in ons laat oogsten,
hoe aarzelend zijn wij in de overvloed!
Zend dan uw licht in ons
de kracht en het inzicht
opdat wij dieper leven oogsten
tot in de wortels
van uw steeds bronnende
openbaringen.

74
Durf in de afgrond springen,
verblind, verbijsterd en u ledigend.
Laat los uw aardse banden,
verlies uzelf en tuimel in het niets.
Wie grensloos stort is grensloos reeds
geworden
en middelpunt van al wat is
van 't draaiend rad
dat hem tot roerloosheid
en eenheid maakt.
Geen bodem maar het waar gelaat
dat 't zijne was
nog éér hij werd geboren.

zaterdag 20 december 2008

Kahlil Gibran - De profeet

De vermoorde is niet onschuldig aan zijn eigen dood,
En op de beroofde valt de blaam voor het beroofd worden.
De rechtvaardige is niet onschuldig aan de daden der bozen.
En wie rein van handen is, is niet onbezoedeld door de daden van de boosdoener.
Ja, de schuldige is vaak het slachtoffer van wie kwaad werd aangedaan.
En nog vaker is de veroordeelde de lastdrager van de schuldelozen en onberispelijken.
Gij kunt de rechtvaardigen niet scheiden van de onrechtvaardige en de goede van de boze;
Want tezamen staan zij voor het aangezicht van de zon zoals de zwarte en witte draad verweven zijn.
En als de zwarte draad breekt, onderzoekt de wever het ganse kleed en eveneens het weefgetouw.

Uit De Profeet van Kahlil Gibran

NIET IK MAAR GIJ

Laat mij zo diep in mezelf verdwijnen
dat ik uitmond in uw onzeggelijk verschijnen

laat mij zo diep in mij bestaan
dat mijn bestand in u verloren is gegaan

laat mij zo grondig met uw schoonheid verosmozen
dat ik alleen nog adem uit uw grondeloze rozen

laat mij zo naakt uw waarheid zijn
dat vuur ik vat en stijg boven de schijn

laat mij zo heel uw liefde binnendringen
dat één ik word om uit dit één te kringen

laat mij met have en goed in uw oneindig vlees vergaan
dat ik alleen nog u kan kennen en verstaan

want gij zijt van geboorte mijn ongeboren zon
mijn pulp mijn straling mijn uiterlijke en innerlijke horizon.

Erik van Ruysbeek

vrijdag 19 december 2008

ALS IK WERELD WORD

Onfeilbaar is uw stem
feilbaar slechts mijn horen,
zuiver uw onstoffelijk geluid
troebel nog mijn weten.

Het water en de bomen spreken tot mijn vuur
de aarde en de luchten tot mijn licht
wat dieren weten richt zich op in mij
wat mensen diep verbergen licht op hun gelaat.

Uit vele talen nadert uw éne taal
uit alle vormen doemt uw vormeloos gebaar
zuiver van hart is wie uw boodschap proeft
zuiver van geest wie uw gebeuren leest.

De wereld en de werelden genaken mij.
Als ik uit mij verzwind en wereld word
een zuivere spiegel van uw myriadisch veld dan
gloeit uw stem in mij, vanzelf en onweerstaanbaar

Erik van Ruysbeek

woensdag 17 december 2008

OP WEG DURVEN GAAN

Zolang wij onderweg zijn, moeten we steeds opnieuw onze tenten afbreken om naar nieuw land op weg te gaan. Elk opbreken jaagt ons eerst angst aan. Want oude, vernauwde dingen moeten worden afgebroken. En terwijl ik afbreek, weet ik nog niet wat er op mij af zal komen. Het onbekende wekt een gevoel van angst in mij. Tegelijkertijd schuilt er in het opbreken een belofte, de belofte van iets nieuws, iets unieks, iets ongekends. Wie niet steeds opnieuw opbreekt, diens leven verstart. Wat niet verandert, wordt oud en muf. Er willen nieuwe levensmogelijkheden in ons opbreken. Maar dat kan alleen als oude patronen worden afgebroken.


Anselm Grün

Vergeet je hersenen een poosje

'...Vergeet je hersenen een poosje en geef je
Gedachteloos over aan het lieve leven,
Net zo innig als de bloemen;
Vergeet je begeerten, vergeet je streven
En wees in een zalige eenvoud bevrijd
Van de dwang die jou regeert door middel van je hersenen!
Deze dwang heeft je weliswaar op grote hoogte gebracht
En je veel geleerd,
Maar het allerdiepste leven
wordt niet gekend, wordt alleen gevoeld.
De tere wortels van de bloemen voelen
In de aardbodem, koel als de lente en
vol met kiemen, meer daarvan dan jij.
Je bent toch ook een kind van de aarde!
Om niet zinnelijk van haar te vervreemden,
Richt nu je zintuigen op de aarde ...!'

Otto Julius Bierbaum (1865-1910)

dinsdag 16 december 2008

Het graf is een sluier

Als men op mijn sterfdag mijn kist zal dragen
Denk dan niet dat ik verdrietig ben om de wereld te verlaten.
Treur niet om mij en roep niet ach en wee;
Je loopt dan in de val van de duivel en dat is pas erg.
Als je mijn lijkbaar ziet, roep dan niet: `Scheiding! Scheiding!'
Voor mij betekent dat uur eenwording en ontmoeting.
Als je me in het graf laat zakken, roep dan niet: 'Vaarwel! Vaarwel!'
Want het graf is een sluier over de gemeenschap van het paradijs.
Ga na het zakken op zoek naar de opstanding.
Verliezen zon of maan soms iets bij hun ondergang?
Wat in jouw ogen een ondergang lijkt te zijn, is in feite een opgang.
Het graf is een kerker volgens jou,
maar het is juist de bevrijding van de ziel.
Elk zaadje dat je in de aarde stopt, komt tot groei.
Waarom twijfel je dan aan het zaad dat uit mensen bestaat?
Elke emmer die je laat zakken, komt vol weer te te voorschijn.
Uit de put gekomen, kreeg Jozef een nieuw leven,
dus waarom zou je treuren?
Sluit je mond in deze wereld en open hem pas in het hiernamaals,
Opdat jouw vreugdezang in de hemel,voorbij elke plaats en grens, weerklinkt.

Roemi Divan-e Sjams-e Tabrizi, Ode F. 911

Uit: De Middernachtelijke Zon
Stichting Uitgeverij Oase, Zoetermeer, 2000

maandag 15 december 2008

JE FIXATIES LOSLATEN

Voor C.G. Jung is Jezus niet alleen de historische persoon uit Nazareth maar ook een symbool van het ware Zelf. Jezus navolgen betekent dan ook dat wij onze innerlijke stem volgen. Zodra we stil worden en naar binnen luisteren, ontdekken wij in onszelf een zachte stem die precies zegt wat voor ons goed is. En deze innerlijke stem lokt ons weg van de fixatie op ons eigen leven. Ze nodigt ons uit om alle uiterlijke dingen los te laten, zodat we de innerlijke rijkdom van onze ziel kunnen ontdekken. Dat is dan het werkelijke leven. Wij overwinnen de angst omtrent ons eigen leven alleen wanneer we doordringen tot deze innerlijke grond. Op die plek zullen wij ons vitaal voelen, zelfs wanneer we ziek worden, zelfs wanneer successen uitblijven. Wanneer wij contact hebben met deze innerlijke grond, dan houden we ons niet langer krampachtig vast aan onszelf en aan ons eigen leven. Dan kunnen wij loslaten. En dit loslaten is de voorwaarde voor echte vitaliteit en voor een leven in vrijheid.
Anselm Grün

zaterdag 13 december 2008

LICHTVOETIG ALS EEN ENGEL

Als wij naar de engelen kijken die jubelen boven de kerstkribbe, of naar de mannelijke engeltjes (putti) die in de barok overal in de kerken te vinden zijn, dan merken we iets van de lichtvoetigheid die zij uitstralen. Zij nemen het leven niet zo serieus als wij. Zij zweven en vliegen over alles heen waarin wij ons vastbijten, wat wij onder alle omstandigheden willen oplossen. De kunstenaars hebben iets begrepen van de lichtvoetigheid van de engelen door ze als jonge mensen of zelfs als kinderen uit te beelden, speels, innerlijk vrij en blij. Temidden van deze vele engelen bevindt zich ook de engel van de lichtvoetigheid die aan ons is toegewezen om het gewicht van ons leven van ons af te nemen en ons de lichtvoetigheid van het bestaan te geven.
Anselm Grün

donderdag 11 december 2008

EEN KLEIN THOMAS - EVANGELIE - 34

71
U werp ik neer
huis van stof en zelfbewustzijn
alléén,
en niemand in u
of niets
trekt het weer op.

72
Ondeelbaar is alles.
Eén ding is alles.
Hoe zou ik delen
goed en kwaad
voor of tegen
gisteren of morgen.
Kijkt naar de ware Vader:
alles geeft hij.

woensdag 10 december 2008

Sprokkels

Het schoonste dat wij kunnen beleven,
is het mysterie.
Wie het niet kent en zich niet verwonderen,
zich niet verbazen kan,
die is als het ware dood en
zijn oog is uitgedoofd.
(Albert Einstein)

Wie de gave heeft schoonheid te herkennen,
zal nooit oud worden.
(Franz Kafka)

Er zijn schilders die de zon in een gele vlek veranderen,
maar er zijn anderen die, dankzij hun talent en intelligentie,
een gele vlek in de zon veranderen.
(Pablo Picasso)

zondag 7 december 2008

1 plus 1 = meer dan 2

Indien de noot zou zeggen:
"een noot maakt geen melodie":
er zou geen muziek zijn

Indien de steen zou zeggen:
"een steen kan geen muur optrekken",
er zou geen huis zijn.

Indien de druppel zou zeggen:
"een druppel kan geen rivier worden",
er zou geen oceaan zijn.

Indien de graankorrel zou zeggen:
"een graankorrel kan geen veld bezaaien",
er zou geen oogst zijn.

Indien de mens zou zeggen:
“een liefdesgebaar kan de wereld niet redden",
nooit zou er gerechtigheid,
noch vrede
noch waardigheid
noch getrouwheid
in de wereld van de mensen komen.

zaterdag 6 december 2008

Sprokkels - uit het boek van Mirdad

«Hoe minder men bezit, hoe minder men bezeten wórdt. Hoe meer men bezit, hoe meer men bezeten wordt. Hoe meer men bezeten wordt, hoe minder men wordt geacht. Hoe minder men bezeten wordt, hoe meer men wordt geacht.»
----
«Maar waarom ben ik een dwaas?»
«Omdat u zeven broden meeneemt voor een reis van zeven levens.»
«Had ik er dan zevenduizend moeten meenemen?»
«Welnee, helemaal geen!»
«Wilt u mij dan vertellen dat ik zulk een lange reis had moeten ondernemen zonder enige mondvoorraad?»
«De weg die niet voorziet in wat de reiziger nodig heeft, is geen weg om te gaan.»
----
Gelukkig zij, die zonder staf gaan, wánt zij struikelen niet.
Gelukkig zij, die zonder huis zijn, wánt zij zijn thuis.
Alleen struikelaars - zoals wij ­behoeven een staf tot stut.
Alleen de aan-huis-geketenden - zoals wij ­behoeven huis of hut.

dinsdag 2 december 2008

Paulo Coelho

Een man besloot een kluizenaar op te zoeken die, zo was hem verteld, niet ver van het klooster te Sceta leefde. Na doelloos in de woestijn gedoold te hebben, vond hij de monnik.
’Ik zou graag weten wat de eerste stap op de spirituele weg is’, zei hij.
De kluizenaar bracht hem bij een kleine bron en vroeg hem naar zijn spiegelbeeld in het water te kijken.
De man probeerde dit, maar telkens hij probeerde, gooide de kluizenaar steentjes in het water, die het oppervlak verstoorden.
‘Ik zal mijn gezicht nooit kunnen zien, als je steentjes in het water blijft gooien.’, zei de man.
‘Net zoals het voor een man onmogelijk is om zijn spiegelbeeld te zien in troebel water, is het onmogelijk God te zoeken als je geest angstig is voor de zoektocht', zei de monnik. ‘Dat is de eerste stap!’

Gustav Meyrink - Het Groene Gezicht

Tussen hysterie en hysterie is een groot verschil. Slechts die hysterie die hand in hand gaat met extase en geestverwarring is op één lijn te stellen met ziekte en voert bergafwaarts. De andere soort echter is geestontwarring, het tot klaarheid komen. Het is de weg bergopwaarts, die boven het weten door het denken uitgaat en die de mens tot het Weten leidt, het Weten door eerstehands schouwen. In de schrift heet dit doel het 'Innerlijke Woord', en zoals de hedendaagse mens denkt, doordat hij, zonder zich daarvan bewust te zijn, woorden in zijn brein fluistert, zo spreekt in de geestelijk wedergeboren mens een andere, geheimzinnige taal, een taal met nieuwe woorden, waarin geen sprake meer is van vermoedens, noch van dwalingen. Dan is het denken een nieuw denken geworden. Dan is het magie en niet alleen maar een armzalig communicatiemiddel. Dan is het een openbaar worden van de Waarheid, in wier licht de dwaling verdwijnt, omdat de toverringen van de gedachten dan in elkaar grijpen en niet meer naast elkaar liggen.

Kahlil Gibran - De Storm

'Ik zocht de eenzaamheid, want daarin is volheid van leven voor geest, hart en lichaam. Ik vond de eindeloze grasvlakten waarop het licht van de zon rust, waar de bloemen hun zoete geur uitademen in de ruimte en de stromen zingend hun weg zoeken naar zee. Ik ontdekte de bergen waar ik het fris ontwaken van de lente, het kleurig verlangen van de zomer, de rijke liederen van de herfst en het schone geheim van de winter aantrof. Ik kwam naar deze uithoek van Gods domein omdat ik ernaar haakte de geheimen van het heelal te leren kennen en Gods troon dicht te naderen.'