donderdag 30 oktober 2008

Ik verlang. 0, grote Vader, naar Uw geest.
Ik ga naar de stille plaatsen om ernaar te zoeken,
gelijk de adelaar tot de zon omhoog stijgt
Luister, 0 mijn oren, luister zoals het reeënjong
in de wouden naar zijn moeder luistert,
gij echter, mijn oren, beluistert de woorden des geestes.
Kijkt, mijn ogen, kijkt zoals de otter naar zijn kinderen kijkt,
gij echter mijn ogen, ziet naar de weg des geestes;
Gevoel, 0 mijne vingers, voelt,
zoals het jong de warme tong van de beer voelt,
gij echter, mijn vingers, voelt de beroering des geestes.
Dag na dag zal ik uit U kracht verzamelen,
denken en toch mijn gedachten tot stilstand brengen
gelijk de rust van de zomer het water
van een vijver stil worden laat.
Als mijn hart tot rust gekomen is,
als mijn gedachten zwijgen,
als ik mijn trots vergeten heb,
als Ik met liefde voor al uw schepselen vervuld ben,
leidt mij dan, 0 grote Vader.

uit: Im Zeichen des Regenboges

woensdag 29 oktober 2008

Gnosis

Gnosis is de Kennis van wie wij waren
en wat wij geworden zijn
Waar wij waren
en waarin wij geworpen zijn
Waarheen wij ons spoeden
en waarvan wij verlost worden
Wat de geboorte is
en wat de Wedergeboorte

(Theodotos – 150 na Christus)

Stil zijn

Stil zijn is ontmoeten
Stil zijn is heilig verlangen
Stil zijn is al het geleerde loslaten
Stil zijn is luisteren met open hart
Stil zijn is leven in het absolute NU
Stil zijn is niets meer wensen
Stil zijn is volkomen leeg zijn
In de volkomen leegte word je gevuld en
hoor je de stem van de Stilte

(bron: Rozenkruis)

dinsdag 28 oktober 2008

Sprokkels - Jacob Boehme

‘Wij hebben verloren het Licht van het hart Gods, want in de val van Adam zijn wij van het eeuwige Licht weg naar het licht van deze wereld gegaan en de ziel heeft niets anders te verwachten dan dat het licht van deze wereld voor haar zal vergaan, indien zij niet wederom ingaat tot het Goddelijke licht. Want, zoals wij mensen met de ogen van deze wereld God niet kunnen zien, die toch altijd om en bij ons is, zo moeten wij eerst andere ogen krijgen, opdat wij God zouden voelen en tasten. Dan ook zullen wij Hem schouwen.’

het boek der Natuur

« Wát wordt er op aarde gevonden dat niet door God tot ons gekomen is? Hij heeft alles in Zijn hand gehouden. Willen wij het uit Zijn hand nemen dan zal dat moeten zijn door bidden, zoeken en aan te kloppen. Zó is de weg in de school. Met geweld, door te stelen en met streken volbrengen wij niets. Die ons leert om het dagelijkse brood te bidden, die zegt ons ook te vragen om wat méér is dan brood. In het brood is niet alleen ons leven, maar ook de kunsten en de wijsheden, die van de Mond van God uitgaan. In deze zullen wij ons verzadigen, het maagvulsel voor dodelijk achten, het ander voor eeuwig... Wat zonder Hem gevonden wordt is blind, een duisternis, zonder Licht. Op die wijze moeten de geheimen en mysteriën van de natuur tot ons komen en worden ons de grote werken Gods geopenbaard. »

Paracelsus

vrijdag 24 oktober 2008

Wintertijd


In de nacht van zaterdag op zondag schakelen wij over op wintertijd.
De "wintertijd" is eigenlijk de gewone tijd en duurt vijf maanden. Binnen de Europese Unie geldt een richtlijn Europese commissie die bepaalt dat de zomertijd begint in het laatste weekeinde van maart en eindigt in het laatste weekeinde van oktober. Bij overgang naar wintertijd schuift de daglichtperiode een uur op waardoor het 's ochtends eerder licht en 's avonds eerder donker wordt. Als de zomertijd ook in de winter zou gelden dan zou het rond de jaarwisseling pas rond 9 uur 's ochtends licht worden. Het weer stoort zich uiteraard niet aan de verandering van de tijd, zodat ook de gemiddelde dagelijkse gang van weersverschijnselen een uur naar voren schuift. Zo wordt de hoogste temperatuur van de dag meestal enkele uren na het middaguur bereikt. In de winter valt het warmste moment gemiddeld tussen 15 en 16 uur, maar omdat de invloed van de zon 's winters kleiner is dan 's zomers kan het warmste moment van de dag ook op een heel ander tijdstip vallen. Hartje winter wordt de hoogste temperatuur bij stormachtig weer soms midden in de nacht gemeten.

donderdag 23 oktober 2008

Thomas a Kempis - De Navolging Christi

Wanneer gij nu eens dit en dan weer iets anders zoekt, en nu hier, dan daar wilt zijn om eigen voordeel of goeddunken na te jagen, zult gij nooit tot rust komen, nooit vrij zijn van velerlei bezorgdheid, want iedere zaak heeft haar gebrek, en aan iedere plaats zal er wel iemand zijn, die u tegenwerkt.
Niet alles dus, wat gij uitwendig verkrijgt of ook vermeerdert, zal u kunnen baten, maar veeleer datgene, wat gij versmaadt, en met wortel en tak uit uw hart uitroeit.
En dit geldt niet enkel van vermogen en rijkdommen, maar ook van ijdele eer en roemzucht, al welke dingen met de wereld voorbijgaan.
De uitwendige plaats, welke wij innemen, geeft weinig veiligheid, als de ware innerlijke ijver ontbreken zou.
Ook zal alle vrede, die van buiten gezocht wordt, niet lang stand houden, zoo het hart, in zijn inwendige gesteldheid, het ware fundament ontbreekt. Dat wil zeggen, zoolang gij niet in Mij gefundeerd zijt, brengt gij bij en in u zelven wel verandering, geen verbetering aan.
Want doet een gelegenheid zich voor en grijpt gij haar aan, dan zult gij terugvinden wat gij ontvloden zijt, ja nog erger.

Inwijding - Elisabeth Haich

Denk nu eens na over iets heel belangrijks: Als dit blad op dit witte vlak verschijnt in een kleur groen, betekent het, dat het zijn vorm in de comple­mentaire kleur - in dit geval dus rood - als zijn onzichtbaar, negatieve beeld in het Al heeft achtergelaten. Onthoud dit: Wat je ook ziet, het is alleen daarom te herkennen, omdat het zich van zijn complementaire helft geschei­den heeft en deze in het Onzichtbare, Ongemanifesteerde, is achtergebleven! Inzicht verkrijg je pas door de twee van elkaar gescheiden kanten - het positieve en het negatieve - te vergelijken.
Zolang deze twee kanten als eenheid versmolten in elkander rusten, kun je niets waarnemen, niets herkennen.

Observeer de zichtbare wereld. Deze is niet alleen herkenbaar, omdat ze zich heeft afgescheiden van de Eenheid, waar het Niets en het Al nog in elkaar rusten, dat wil zeggen van de absolute Eenheid, die wij God noe­men. Alleen doordat het positieve, van het negatieve gescheiden, te­voorschijn komt en wij die twee met elkaar kunnen vergelijken, is de schep­ping herkenbaar. Er is geen inzicht tenzij de Eenheid zich in tweeën splitst - in een geopenbaarde en diens complement, het ongeopenbaarde - waar­door beide door ze te vergelijken herkenbaar worden.

Paulo Coelho - De Alchemist

Op hetzelfde moment was het alsof de tijd stilstond en de ziel van de wereld zich met geweld openbaarde aan de jongen. Toen hij haar zwarte ogen zag, haar lippen die aarzelden tussen een glimlach en stilte, begreep hij het belangrijkste en meest wijze deel van de taal die de wereld sprak en die alle mensen van de wereld in hun hart konden verstaan. En dat deel heette liefde, een gevoel dat ouder was dan de mensen en de woestijn, en dat desondanks altijd weer met onveranderlijke kracht de kop opstak waar twee blikken elkaar kruisten, zoals die twee daar bij de waterput. Haar lippen besloten ten slotte te glimlachen, en dat was een teken, het teken waarop hij zonder het te weten zo lang gewacht had, dat hij had gezocht bij de schapen en in de boeken, in het kristal en de stilte van de woestijn.
Daar was de zuiverste taal van de wereld, zonder enige uitleg, want het heelal had geen uitleg nodig om zijn weg door de eindeloze ruimte voort te zetten. Alles wat de jongen op dat moment begreep, was dat hij tegenover de vrouw van zijn leven stond, en voor haar zou ongetwijfeld hetzelfde gelden. Hij wist dit zekerder dan wat ook ter wereld, ook al hadden zijn ouders en de ouders van zijn ouders altijd gezegd dat je elkaar eerst goed moest leren kennen en genoeg geld bij elkaar moest sparen voor je ging trouwen. Wie zoiets zei had waarschijnlijk nooit kennis gemaakt met de universele taal, want als je je daarin verdiept, begrijp je al gauw dat er op iedereen iemand wacht, waar ook ter wereld, midden in de woestijn of in een grote stad. En wanneer die twee mensen elkaar tegenkomen en hun blikken elkaar kruisen, verliezen verleden en toekomst ieder belang en bestaan alleen dat ene moment en die onvoorstelbare zekerheid dat alles onder de zon geschreven is door dezelfde hand.

dinsdag 21 oktober 2008

Aarde - Kahlil Gibran


HOE PRACHTIG BEN JE, aarde, en hoe verheven!
Hoe volmaakt is je gehoorzaamheid aan het licht en
Hoe nobel is je overgave aan de zon!

Hoe liefelijk ben je, gehuld in schaduw, en hoe
Charmant is je gelaat, gemaskerd met duisternis!
Hoe rustgevend is het lied van de
Morgen en hoe
Wrang zijn de lofzangen van het avondrood!
Hoe volmaakt ben je, aarde, en hoe machtig!

Ik heb gewandeld over je vlakten en
Je stenen bergen
Beklommen; ik ben afgedaald in je valleien;
Ik ben je grotten binnengegaan.
In de vlakten vond ik je droom. Op de berg
Vond ik je trots. In de vallei was ik getuige van je
Rust. In de rotsen zag ik je vastberadenheid, in de
Grotten je geheimzinnigheid.

Lees HIER verder

Carl Gustav Jung - Sprokkels

Wat er na de dood gebeurt, is zo onuitsprekelijk groots, dat onze verbeelding en onze gevoelens er zelfs bij benadering geen idee van kunnen hebben.
Vroeg of laat worden de doden allemaal wat wij ook zijn.
Maar in deze werkelijkheid weten we weinig of niets over die zienswijze. En wat zullen we na de dood nog weten van deze aarde? De ontbinding van onze tijdelijke vorm in de eeuwigheid brengt geen verlies aan betekenis met zich mee. Integendeel, de pink weet dan dat hij deel is van de hand.

Uit een brief die hij schreef nadat hij zelf een BDE had tijdens een hartaanval.

Gustav Meyrink - De Witte Dominicaan

Ik geloof aan de duivel, zoals ik geloof aan de verdelgende kracht van de noordenwind! Wie kan mij echter de plaats in het heelal aanwijzen waar de koude ontstaat? Daar zou de duivel moeten wonen. Het koude loopt alleen het warme achterna, want het wil ook warm worden. De duivel wil tot God komen, de ijzige dood tot het vuur des levens: dat is de oorsprong van alle wisseling.

maandag 20 oktober 2008

Het Roode Lampje - Frederik van Eeden

5. De herfst is het symbool van de inkeer, van het besef van dwaling, van het deemoedige berouw, van de omkeer in richting, de terugkeer tot den Eeuwigen, die ons vrij liet, en nu juicht als wij den weg tot Hem weeder vinden.De zon met haar trawanten is het symbool van den Minnaar, die de zielen aan zich verbonden houdt door de zwaartekracht Zijner Liefde, al dwalen zij zoo ver af, dat zij Zijn licht niet langer kunnen zien. Maar zijn Liefde laat hen niet los. Nooit en nimmer. Dit kan men begrijpen zonder leerstelligheid, uit eigen stille beschouwing en ooverpeinzing. Ik zal trachten het neer te schrijven, in woorden, die zorgvuldig beproefd worden, om het gevaar van misverstand.Hoe schoon is het herfstgevoel. Geen Godsvreugde is sterker op aarde, dan die ontstijgt aan het stille, schoonverkleurende herfstwoud - en daarin de aandachtige, diep ingekeerde ziel.

zaterdag 18 oktober 2008

Citaten uit het werk van Gustav Meyrink

'Ook de fijnste filosofische speurzin en het vermogen om een sluitende logische wereldbeschouwing in elkaar te piekeren lopen op een zandbank als het magische beleven en het wakker­worden in het eeuwige ik-bewustzijn - het huwelijk met het Goddelijke, Scheppende - achterwege blijven.
Een klap met de bijl op het hoofd, een schot in het hart: en de vruchten van alle denken zijn tot stof vervallen.'


Uit: het voorwoord tot 'Das Buch vom lebendigen Gott' van Bö Yin Rä

Sprokkels

Lieflijke knaap die je bootje losmaakte van de oever,
en je ongeoefende hand op de breek­bare,
naar de zee verlangende roeispaan legde,
nu ben je plotseling bewust van je onge­luk.
je ziet de noodlottige golven van de verrader,
je voorsteven die beurtelings teveel daalt en klimt;
en je door kwellende zorgen overmande ziel
kan niet op tegen de zijdelingse en gezwollen waterstromen.
je staat je riemen af aan je woeste vijand,
wacht schier onbezorgd op de dood,
en sluit daarbij je ogen om deze niet te zien.
Als er niet snel enige bevriende hulp komt,
zul je zeker weldra de laatste gevolgen ervaren
van jouw door onwetendheid en nieuwsgierigheid ingegeven streven.
Mijn wrede lot is gelijk aan het jouwe,
want verlangend naar liefde ervaar ik
de hard­heid van de grootste verrader.

Giordano Bruno

Sprokkels

"Zeer velen tobben klagelijk rond tussen doodsangst en de pijnigingen des levens.
Leven willen ze niet en hoe te sterven begrijpen ze niet.
Maak u daarom het leven licht door het afleggen van alle zorgen om dat leven.
Er is geen goed dat zijn bezitter vroom kan maken, als zijn geest niet op het verlies daarvan is voorbereid; geen enkel verlies is echter lichter dan dat, wanneer het goed verloren gaat, het niet gemist wordt."


Epictetus

donderdag 16 oktober 2008

Lied

Mijn smart is zoet in deze lentenacht.
Mijn leed bespeelt de snaren van mijn hart in
teed' re zang.
Visioenen ontspringen mijn smachtende ogen
en zweven aan de maanverlichte trans.
De geuren uit het diep der wouden
verliezen zich in mijn droom.
Woorden komen fluisterzacht . ..
ik weet niet vanwaar,
en mijn enkelbellen trillen en tinkelen
op de maat van het beven van mijn hart. . .


Rabindranath Tagore

Lied

Wij zijn allen koningen in het Rijk van onze Heer.
Ware dit niet zo, hoe zouden wij ooit hopen hem in ons hart te ontmoeten?
Wij doen wat we willen, en doen toch wat hij wil.
Wij zijn niet met ketenen van vrees gebonden aan de voeten van een slaven gebiedend Heer.
Ware dit niet zo, hoe zouden wij ooit hopen hem in ons hart te ontmoeten!
Onze Koning eerbiedigt ieder van ons, zo eert hij zijn eigen ware zelf.
Geen kleinigheid houdt ons voor altijd binnen muren van onwaarheid besloten.
Ware dit niet zo, hoe zouden wij ooit hebben kunnen hopen hem in ons hart te ontmoeten!
Wij worstelen en banen onze eigen weg; zo be­reiken wij zijn pad aan het einde.
Nooit kunnen wij verloren gaan in de afgronden van de duistere nacht.
Ware dit niet zo, hoe zouden wij dan kunnen hopen hem ooit in ons hart te ontmoeten!

Rabindranath Tagore

maandag 13 oktober 2008

EEN KLEIN THOMAS - EVANGELIE - 29

61
Vertrapte vrouw
ook gij leert ons
dat ge uit het ene komt
en weer het ene kunt bereiken.
Ook gij, beeldschone,
zijt beeld van het verborgen zijn
gesproten uit uws gelijke,
ook gij zijt leegte en geestelijke woestijn
waarin de grote pulp van licht
vanuit de éne afgrond stijgt.

62
Wie mijn geheimen kan doorgronden
hem vloeien mijn geheimen toe.
Aan de vruchten van de daad
is hij niet meer gehecht.
Handelend uit de ongrond
weet zijn rechterhand niet meer
wat zijn linker deed.

Het Ongeborene

HET ONGEBORENE

Achter de murmelende bossen
achter de wijkende bergen
achter de doezelende kimmen
ben ik nog

vóór de bossen
vóór de bergen
vóór de kimmen
was ik reeds.

Mij bewoont een vonk
mij bezielt een vuur
mij vult een nietigheid
dat in mijn pit en buiten mij
de wereld is
dat alles is
en bron van alles

geen oog kan het zien
geen weten kan het kennen
geen dood kan het vernielen

want het is
onbereikbaar
zonder oorzaak
ongeboren.

Erik van Ruysbeek

zondag 12 oktober 2008

EEN LICHTSTRAAL VAN DE ZON

Alle smart wordt geboren uit het feit dat men het leven niet absoluut vrij door zich heen laat stromen. Pijn werd uitgevonden door een mensheid die haar supe­rioriteit over het leven, of met andere woorden over een volmaakte gedachte, wilde bewijzen. Pijn en droefenis zijn jullie alarmsignaal, het teken dat je de fout begaat om koste wat het kost te tonen wie je denkt te zijn en wat je kunt doen.

Mannen en vrouwen, zie je, zijn constant op zoek naar een publiek dat het beeld van hun eigen grootsheid weerkaatst. Koste wat het kost willen ze applaus krij­gen van het leven; ze willen dat het leven absoluut iets denkt over hen. Dit gedrag wordt door ieder van jullie gevoed, zelfs binnen de bescheidenheid van een kloos­ter. Als een kluizenaar er niet op uit is om bewonderd te worden door de massa, hoopt hij toch stilletjes dat God hem zal opmerken; zodoende bevestigt hij de wet van het getal twee, de wet van het leven tegenover zijn eigen persoonlijkheid.
Aan die kwaal lijden jullie: de verering van de twee. Die vergissing heeft haar werk gedaan, maar nu maan ik jullie om jullie innerlijke re­denaties om te gooien.

Er is niet jullie én het leven; er is niet jullie én de ande­ren, er is zelfs niet jullie én het Grote Al dat men God noemt. Er is een enkele elementklank, elementlicht waarvan jullie deel uitmaken, maar die uit elkaar spat zodra het mentale de pretentie heeft om het te ontle­den, te omvatten, te beoordelen en zich er uiteindelijk aan te onttrekken.

Het goddelijke geeft jullie leven, maar jullie geven ook leven aan het goddelijke. Dit hoeft jullie niet te shocke­ren als je de eenheid van alle manifestatie begrijpt.

Anne en Daniel Meurois-Givaudan

zaterdag 11 oktober 2008

Hermann Hesse - Siddhartha

Lang dacht hij na over de verandering die zich aan hem had voltrokken, luisterde naar de vogel, die het hoogste lied zong. Was deze vogel dan niet in hem gestorven, had hij diens dood dan niet gevoeld?
Nee, het was iets anders, wat in hem gestorven was, iets wat er al zo lang naar verlangd had om te ster­ven. Was het niet datgene geweest wat hij eens in zijn vurige jaren als boeteling had willen laten ver­sterven?
Was het niet zijn ik, zijn kleine bange en trotse ik, waarmee hij al jaren lang strijd had gele­verd, dat hem altijd weer had weten te overwinnen, dat na iedere versterving weer de kop opstak, blijd­schap onmogelijk maakte, zich gretig openstelde voor angst?
Was het dat niet wat nu eindelijk de dood gevonden had, hier in het woud aan deze lie­felijke stroom?
Kwam het niet doordat dat ik ge­storven was, dat hij nu als een kind geworden was, zo vol van vertrouwen, zo vrij van vrees, zo van blijdschap vervuld?

Citaten uit het werk van Gustav Meyrink

“Zolang de mens niet weet, dat zijn aandriften helemaal niet uit zijn "ik" komen, is hij de slaaf en de marionet van een kracht, die hij niet kent. Pas als hij zich één weet met "de vermomde" wordt hij geleid. Vrij is hij dan nog niet. Dat wordt hij pas als hij één geworden is met het "centrale ik". Ik heeft geen meervoud.”
Uit: brieven

Citaten uit het werk van Gustav Meyrink

“U hebt mij een Godzoeker genoemd. Dat klopt niet; ik ben een Godsverliezer. Wij weten niets van God. En het fantoom dat wij van Hem in onze fantasie opbouwen, de afgod, die wij God noemen, verspert ons slechts de weg naar het enige dat wij werkelijk kunnen vinden: de weg tot onszelf.”

Uit: brieven

vrijdag 10 oktober 2008

Jan van het Kruis

Gezangen die de ziel schept in de innige vereniging met God

O vlam van liefde levend
die teergevoelig wondt
in 't allerdiepste centrum van mijn wezen,
jij bent niet meer afwerend;
voltooi nu, als je wilt,
verbreek het weefsel van dit fijne ontmoeten.

O zacht en liefelijk schroeien,
o, zoet strelende wonde,
o hand zo zacht, o fijngevoelig raken,
dat eeuwig leven doet smaken
en alle schuld betalen;
dodend heb je dood omgezet in leven.

O lampen vol van vuur,
in jullie schitterend schijnsel
geven de diepe groeven van de zinnen,
die donker waren en blind,
met ongekende schoonheid
warmte en licht ineen aan de Beminde.

Hoe zacht en vol van liefde
ontwaak jij in mijn boezem,
waar jij alleen geheimvol woont;
hoe, in jouw heerlijk ademen
vol weldaad en vol luister,
wek jij in mij heel fijngevoelig liefde.

Citaten van Paul Brunton

De plaats waar je bent, de mensen die je omge­ven, de problemen die je ontmoet en de gebeur­tenissen die nu plaats vinden - zij alle hebben een speciale betekenis voor jou. Alle komen ze voort uit de wetten van beloning of vergelding en houden verband met dat wat voor jouw per­soonlijke groei noodzakelijk is. Bestudeer ze goed, maar onpersoonlijk en niet ik-gericht, en pas je reacties overeenkomstig het geleerde aan. Dit zal moeilijk en misschien zelfs onaangenaam en onverkwikkelijk zijn, maar toch is het de eni­ge manier om al je problemen op te lossen. Dit is wat Jezus bedoelde toen hij zei: 'Wie mij wil volgen, verloochene zichzelf en neme zijn dage­lijks kruis op zich.' Bedoeld wordt hier de krui­siging van het ego, die de kern is van het ware christendom en die rechtstreeks leidt tot de op­standing van het hogere zelf in je leven. Be­schouw je ergste, pijnlijkste probleem als de stem van je hogere zelf. Probeer te horen wat het zegt. Probeer de blokkades in jezelf waarnaar het verwijst, op te ruimen. Kijk naar deze speciale vuurproef, deze bijzondere beproeving, als de belangrijkste gebeurtenis voor je spirituele groei. Hoe verpletterender de moeilijkheden, des te groter de inspanningen zullen zijn om je dichter bij je hogere zelf te brengen. Op ieder punt in je leven, van de ene gebeurtenis, situatie of contact tot een volgende, verschaft de Oneindige Intelli­gentie je de middelen tot groei. Je hoeft alleen maar uit de egoïstische routine te stappen en die kansen aan te grijpen.

Uit: Paul Brunton – Overpeinzingen voor moeilijke momenten.

donderdag 9 oktober 2008

Dem unbekannten Gotte

Noch einmal, eh ich weiterziehe
und meine Blicke vorwärts sende,
heb ich vereinsamt meine Hände
zu dir empor, zu dem ich fliehe,
dem ich in tiefster Herzenstiefe
Altare feierlich geweiht,
daß allezeit
mich deine Stimme wieder riefe.

Darauf erglüht tief eingeschrieben
das Wort: Dem unbekannten Gotte.
Sein bin ich, ob ich in der Frevler Rotte
auch bis zur Stunde bin geblieben:
Sein bin ich – und fühl die Schlingen,
die mich im Kampf darniederziehn
und, mag ich fliehn,
mich doch zu seinem Dienste zwingen.

Ich will dich kennen, Unbekannter,
du tief in meine Seele Greifender,
mein Leben wie ein Sturm Durchschweifender,
du Unfaßbarer, mir Verwandter!
Ich will dich kennen, selbst dir dienen.

Friedrich Nietzsche

Het Pad

Als de nevelen optrekken
verschijnt de zon
als de schors weggenomen wordt
verschijnt het hout
als het denken verwijderd wordt
verschijnt het hart
als het hart zichzelf heeft opgelost
verschijnen de goden
als de goden vervluchtigen
verschijnt het goddelijke
als stof en geest verzwinden
verschijnt de ongrond.

Zuiver u
want zuiver zijt ge
laat los
want er is niets vast te houden
wees niets meer
want alles zijt ge al.

Erik van Ruysbeek - bronnen van het nu

dinsdag 7 oktober 2008

PELGRIM

Ik ben een sprankel van het ongeschapen licht
dat door een vonk zichzelve zoekt.
Ik ben de zoektocht van de zoeker
en vind ik iets: hij is het die het vindt.
Zo is hij zoeker en gezochte
en ik een doortocht van het licht.

Toch zoek ik mede, bronloze verblinding,
een pelgrim eerst naar uwe heerlijkheid in mij,
en heb ik u in deze vonk gevonden
en is mijn stof herrezen tot haar geestelijk vlees,
een pelgrim dan naar uw oneindigheid
waarin met u ik opga
waarin mijn licht, opnieuw uw licht,
in witte trillingen verdwijnt
en gij alleen, verblindend, blijft.


Erik van Ruysbeek – In de spiegel van de nacht

maandag 6 oktober 2008

Bidden

Ik kan niet bidden met dezelfde woorden,
Waarmee ik met de bakker praat,
Hoewel ik weet dat Hij het kleinste,
Meest hulpeloze woord verstaat

Ik wil Hem zien in alle dingen
En niet alleen wanneer ik bid,
Maar ook wanneer ik sta te zingen
Of achter mijn piano zit.

(Toon Hermans)

Autobiografisch grafschrift

Tot het ruimteloze verinnigd
tot het tijdloze ingewijd
tot al vervolkomen,
leef ik de vreugde van het nu
in het onvatbaar ogenblik.

Nu niets meer kan veranderen
terwijl de stromen vloeien
kan ik liefdevol sterven:
vonk uit een leven dat nooit vergaat.

(Erik van Ruysbeek)

Ets - Doré - The Raven

zaterdag 4 oktober 2008

Hemeltaal

Hij had een glimp gezien van datgene waar Broertje naar terug lag te kijken en waar hij zoo juist vandaan gekomen was. Dat was immers de hemel.
Zoo gebeurt het. Het is de hemel, waar wij vandaan komen; daar waren wij, voordat wij hier kwamen. Broertje kon het zich nog herinneren, was er waarschijnlijk nog bijna, wanneer hij sliep. Alleen kon hij niet praten en zeggen, wat hij zich herinnerde.
Toen glimlachte Broertje, en Jens wist, dat hij begreep, zelfs al kon hij niet spreken. Want er was dezelfde blijdschap in hen beiden. Er was niet het minste verschil tusschen. Zij herinnerden het zich samen.
En daarom moeten wij nog leeren praten, wanneer wij geboren zijn, want in den hemel spreken wij niet zooals hier. Wij zijn er zoo blij, dat wij geen woord zeggen kunnen. En het ook niet behoeven, want wij zien elkander maar aan en weten alles ineens. Zoo is de hemeltaal. Alles ineens, en blijdschap over alles. Meer is er niet. Wij kunnen het vanzelf.
Wij kunnen de hemeltaal ook niet vergeten. Maar wij kunnen vergeten, dat wij haar kennen. Hoe zou dat wel toegaan?
Hij keek om zich heen in de kamer en zag, hoe wonderlijk die was. Hij herkende dit wonderlijke. Zoo was ze eens geweest.

J. Anker Larssen

Gustav Meyrink - Het Groene Gezicht

Op de weg naar het ontwaken zal de eerste vijand die je de voet dwars zet, je eigen lichaam zijn. Tot het eerste hanengekraai zal het met je vechten. Maar als je de dageraad van het eeuwig wakker-zijn aanschouwt, die je losrukt van de slaapwandelaars - zij die denken dat ze mensen zijn en niet weten dat ze slapende goden zijn - dan verdwijnt voor jou ook de slaap des lichaams en dan is het heelal aan je onderworpen. Dan kun je, als je dat wilt, wonderen doen, en dan behoef je niet meer als een kermende slaaf deemoedig af te wachten of het een wrede afgod zal behagen je iets te schenken, of je het hoofd af zal slaan. Weliswaar zal dan het geluk van de trouwe, kwispelstaartende hond - een meester boven zich te weten, die hij dienen mag - dát geluk zal uiteenspatten als een zeepbel. Laat je niet afschrikken door de angst dat je misschien in dit leven het doel niet kunt bereiken. Wie eenmaal onze weg betreden heeft, komt steeds weer op aarde terug met een innerlijke rijpheid die het hem mogelijk maakt zijn arbeid voort te zetten.
Gustav Meyrink - Tekening: Leonardo da Vinci, Old men

Gustav Meyrink - De Witte Dominicaan

Wij leven slechts voor de volmaking van onze ziel. Wie dit doel voortdurend in het oog houdt, er altijd aan denkt en het immer voelt zo dikwijls hij iets begint of besluit, die zal spoedig een zekere kalmte verkrijgen en op een onbegrijpelijke wijze zijn lot veranderen. Voor hem die arbeid als een onsterfelijke - niet om iets te verkrijgen dat hij wenst te bezitten (dat is een doel voor geestelijk blinden), maar om de opbouw van de tempel van zijn ziel - die zal de dag zien, al zij het ook na duizenden jaren, waarop hij kan zeggen: Ik wil en het is er; wat ik beveel, dat geschiedt en heeft niet meer de tijd nodig om langzaam rijp te worden. Dan is het tijdstip aangebroken waarop de lange reis ten einde is. Dan kunt ge de zon in haar gelaat zien, zonder dat uw oog erdoor verduistert. Dan kunt ge zeggen: Ik heb een doel gevonden, omdat ik er geen heb gezocht.
Gustav Meyrink - Tekening: Leonardo da Vinci, Leda

donderdag 2 oktober 2008